Gemaal

Reeds in 1930 (jawel!) hield het polderbestuur zich bezig met een verbetering van de bemaling. Machinefabriek Commissaris & Koning uit Haarlem brengt een offerte uit voor het leggen van een vijzel in de waterloop van de molen, en die aan te laten drijven door een 7 pk petroleummotor. Kosten  f 2640,-. Of het scheprad laten aandrijven door een 10 pk petroleummotor voor  f 1050,-. Het bestuur gaat er niet op in, maar laat in de daaropvolgende jaren nog wel adviezen uitbrengen, o.a. in 1936 voor Dekkerwieken.

Op 10 december 1949 vraagt W.Moejes aan Machinefabriek W.Hubert in Sneek een offerte voor een dieselgemaal van 12 m3/min. Met vijzel en 8 pk dieselmotor. Prijs f 6750,-.

Er wordt natuurlijk ook gekeken naar elektrische bemaling, maar op 10 dec. 1949 schrijft het PEN (Provinciaal Elektriciteitsbedrijf) nog dat het, om redenen van technische aard, voorlopig niet mogelijk is een gemaal in Wimmenum op hun net aan te sluiten.

Op 30 december 1949 laat Hubert-Sneek nog eens een aantal mogelijkheden de revue passeren; dieselgemaal in een stenen gebouwtje met spouwmuren, een door een dieselmotor aangedreven verticale schroefpomp in de molen, een hulpmotor op het scheprad ("vereist een vrij gecompliceerde aandrijving"), ombouw van de molen tot vijzelmolen en wiekverbetering. Hun voorkeur gaat uit naar een dieselgemaal. Kosten nu geraamd op f 7485,-. Onderaan deze offerte telt Moejes er nog een bedrag van f 6000,- bij, kennelijk voor de door hem uit te voeren waterstaatkundige werken. Totaal dus f 13.485,-. Een heel bedrag voor die tijd.

Begin 1950 komt er toch verandering in het standpunt van het PEN. Hubert-Sneek brengt namelijk op 28 maart 1950 een offerte uit aan Moejes voor een elektrisch vijzelgemaal met een capaciteit van 12 m3/min à raison van f 6550,-. Moejes telt daar f 2375,- bij op voor waterstaatkundige werken, en brengt dan een dag later op 29 maart 1950 een offerte uit aan het polderbestuur voor f 8925,-.

En wéér kan de polder geen beslissing nemen, en vraagt aan Moejes om toch ook nog eens te kijken naar een elektrische hulpaandrijving op het scheprad! Daar brengt Moejes op 14 juni 1950 een offerte voor uit: elektromotor 1000 omw/min, met tandwiel-reductiekast, 1 schijfloop met staven voor aandrijving van het grote wiel, draadstang met toebehoren voor verstelling van de koningsstijl, gewapend betonfundatie etc. voor  f 6640,-

En weer gaat er bijna een jaar voorbij, tot de secretaris op 15 mei 1951 aan W.Moejes dan schrijft "Namens bovengenoemd waterschap moge ik U vriendelijk verzoeken U, alvorens met de bouw van het vijzelgemaal te beginnen, in verbinding te stellen met onze voorzitter P.van 't Veer [...] Dit verzoek houdt verband met de plaats, waar het gemaal zal moeten worden gebouwd." Kennelijk is nu dus de kogel door de kerk en krijgt de Wimmenummerpolder een elektrisch vijzelgemaal.

Aan het eind van dit artikeltje laat ik nog de technische gegevens volgen zoals Hubert-Sneek die opgaf.

 

Het gemaal werd op 29 augustus 1951 officieel geopend door de burgemeester van Bergen. Dat is merkwaardig, want Wimmenum was toen toch echt gemeente Egmond-Binnen! Het kostte de polder uiteindelijk f 9510,68. Het moest met de hand worden bediend. Eerst een hoofdschakelaar overhalen, dan op een knop drukken, en dan met een ster-driehoek schakelaar de motor aanzetten en op toeren laten komen. Er was wel een vlotter die, bij het gewenste peil, de motor kon uitschakelen. Maar die voorziening bleek niet erg betrouwbaar, de vlotter werd na een paar jaar lek, en verder nooit hersteld. De machinist moest het gemaal dus met de hand uitzetten. Aanvankelijk was dat de oud-molenaar Jan Blom, op 17 juni 1956 opgevolgd door Klaas van de Oord, die weer door zijn broer Piet, daarna Cor Bras, en tenslotte was Cees van der Oord de machinist, tot op 1 januari 1990 Het Lange Rond rayonbeheerders aanstelde die het werk van de individuele machinisten overnamen. Eerst was dit Cor Roelofsen, en met ingang van 1-1-1996 Jan Gootjes.

De capaciteit van het gemaal stond te boek als 12 m3/min. Metingen in 1984 wezen uit dat het (bij ca. -1,20 m NAP) 14 m3/min is. Echter: bij een vijzel neemt de capaciteit behoorlijk af als het polderwater hoger is. Dit in tegenstelling tot een scheprad, waarbij de vulgraad, en daarmee de capaciteit, toeneemt als het water hoger wordt. Verscheidene malen is door mij geconstateerd dat bij hoge waterstanden (-0,90 m NAP en hoger) de capaciteit van de molen die van het gemaal overtreft!

 

Over de lotgevallen van het gemaal valt op zich al een boekje vol te schrijven! Ik zal me hier beperken tot enkele bijzonderheden en daarna wat foto's.

1954. De vaart wordt, met draglines vanaf de dijk, uitgebaggerd. Daarvoor wordt telkens een stuk vaart afgedamd en droog gepompt. De machinist die er een ziekelijke behoefte in schiep zijn medemens te pesten, laat 's nachts met opzet het gemaal malen, zodat de vaart weer vol water kwam, en de dijkwerkers niet fatsoenlijk konden baggeren. Een van de baggeraars pleegt sabotage en steekt een balk in de vijzel van het gemaal om te voorkomen dat de nacht daarop de machinist het gemaal weer zou laten draaien.

1964, mei. Het gemaal is volautomatisch gemaakt. Twee plastic elektriciteitsbuizen reiken tot in het polderwater (in de grote stalen buis waarin eens de vlotter zat). Door die plastic buizen loopt geïsoleerd elektradraad, dat aan het uiteinde blank is gemaakt, en aldus contact met het water kan maken. Op die manier schakelt het gemaal automatisch in en weer uit. De buizen kunnen op en neer geschoven worden om de gewenste aan- en afslagniveaus in te stellen. Ik maakte er een houten latje met blauwe centimeterstreepjes achter, zodat nu ook in het gemaal een peilschaal zat waarmee je nauwkeurig de in- en uitschakelpeilen kon instellen. Dit latje is bij een latere modernisering van het gemaal door Har Al van Het Lange Rond meegenomen en bewaard, en tijdens een kleine receptie als afscheid van mij met diverse medewerkers van Het Lange Rond (i.v.m. de fusie per 1-1-2003) op 29-11-2002 weer aan mij teruggegeven! Het wordt nu in de schuur bewaard.

1968, 13 jan. Bij aankomst op de molen meteen het slot van het gemaal door mij geforceerd, omdat de motor liep, de vijzel stilstond en er een lucht van verbrand rubber uit het gemaal kwam. De vijzel zat vastgevroren! Alle zes de aandrijfriemen doorgebrand! Wat een slecht beheer; zonder toezicht laten malen terwijl het vriest.

70'er jaren. Ergens in de zeventiger jaren is de niveauregeling veranderd. De plaatselijke elektricien kreeg opdracht te zoeken naar een storing, en vond het nodig het systeem met de twee plastic buizen te vervangen door een Danfoss drukregelaar. Maar dacht er niet bij na dat de waterdruk veel te klein is (de sensor kan niet diep genoeg worden aangebracht) om fatsoenlijk een aan- en afslagpeil te kunnen instellen. Bovendien gebeurde dat instellen met één knop (dus ook al geen mogelijkheid om nauwkeurig de differentie in te kunnen stellen), waarvan het volstrekt onduidelijk is bij welke stand van die knop nou welk peil hoorde! Ik heb nog een constructie gemaakt met een touwtje dat zich met het draaien van de knop mee opwikkelde, en dat via een katrolletje een hefboompje in beweging bracht dat langs een soort peilschaaltje liep. Maar de nauwkeurigheid stelde niets meer voor; ± 5 cm of zoiets, terwijl je daarvoor tot op een halve centimeter het aan- en afslagpeil kon instellen. En het ergste was dat daarmee de storing helemaal niet verholpen was!

1970, februari. Bruggetje bij het gemaal vernieuwd. Ondeskundig gedaan; hek met leuning aan krooshekzijde staat rechtop waardoor er niet meer gekroosd kan worden. Moeten ze weer veranderen! Het moet schuin staan zodat de krozer onder de leuning door kan.

1975, 8 november. Problemen met gemaal. Slaat steeds af. Eerste verzoek van de polder om met de molen bij te springen.

1975, 27 november tot 1976, 11 januari. Het onderste lager van de vijzel is totaal versleten en moet worden vervangen. Het gemaal is van de nog steeds zelfstandige polder, en de reparatie wordt weinig voortvarend (en naar later zal blijken, niet erg deskundig) uitgevoerd. Vele weken staat het gemaal stil, noodpompen zijn er niet. De molen is op windkracht aangewezen. Ik doe er alles aan om zoveel mogelijk met wind te malen, af en toe afgelost door vrienden zoals Klaas Zaal.

1977, 1 januari. De Wimmenummerpolder heeft opgehouden te bestaan. Is nu met vele andere polders opgegaan in het nieuwe waterschap Het Lange Rond.

1977, oktober. Het vernieuwde onderste lager heeft het opnieuw begeven! Het blijkt een jaar zonder smering te hebben gedraaid. Nu is het gemaal gelukkig eigendom van het nieuwe waterschap Het Lange Rond, en met beter en groter materiaal, en vooral met meer deskundigheid en voortvarendheid, wordt de reparatie uitgevoerd. Toch is de polder weer anderhalve week op windkracht aangewezen, ook al staat er nu wel een noodpomp bij het gemaal.

1977, december. Bruggetje bij het gemaal vernieuwd.

1979, juni. Gemaal vastgelopen. Er is een paal in de vijzel gekomen. Polder 2 dagen op windkracht. Gelukkig geen ernstige schade aan gemaal.

1981, oktober. Weer reparatie aan onderste bronzen lager. Was weer vreselijk ingelopen, kennelijk weer met onvoldoende vet gedraaid. Polder weer vier dagen aangewezen op windkracht.

1983, september. Motor doorgebrand! Moet opnieuw gewikkeld worden. Vervoer van motor per kruiwagen door de modder vanaf het derde hek; gemaal en molen zijn onbereikbaar voor (vracht)auto's!

1984, juli. Debietmetingen. Resultaat: 14 m3/min (bij ca. -1.20 m NAP)

1988, februari. Gemaal gaat verschrikkelijk te keer, ’t lijkt wel een oude locomotief. De vijzel loopt zo erg aan dat de hele vijzelbak beneden aan wel 1½ cm heen en weer staat te schudden. Gehele gemaal wordt vernieuwd, alleen vijzel en vijzelkuip blijven behouden (wel gestraald en behandeld met epoxyteer) Nieuw "huisje", nieuwe motor. April 1988 gereed.

1989, begin november. In afwachting van de automatisering van het gemaal en de aanstelling van een rayonbeheerder wordt het gemaal een beetje aan zijn lot overgelaten. Tot tweemaal toe staan de sloten helemaal droog omdat er niemand is die het gemaal uitzet!

1989, eind november. Gemaal geautomatiseerd, d.w.z. computergestuurd. Peilopnemers voor- en achter het krooshek, sensoren voor motortemperatuur, toerental etc. Er is een speciale knop voor de molenaar gemaakt, waarmee deze het gemaal voor 24 uur stil kan laten staan, als hij met de wind wil malen.

1990, februari. Gemaal aangesloten op telefoonnet. Bediening vanaf waterschapskantoor in Alkmaar nu ook mogelijk. Iedere nacht om 0.00 uur worden de gegevens over peilen etc. per telefoonlijn doorgegeven aan de centrale computer bij het waterschap.

1994, september. Grote wateroverlast in Noord-Holland. Voor het eerst sinds 28 jaar is de boezem te vol en wordt het stopsein gegeven. De dagen en weken erna doet de molen weer flink zijn best om bij te springen.

1994, oktober. Het is wéér raak; grote wateroverlast na hevige regens. Maar nu kan de boezem het wel aan. Molen springt weer bij.

1999, met toestemming van Het Lange Rond plaats ik op het gemaal de windsensor (windrichting en -snelheid) van mijn weerstation.

2002, oktober. In verband met de fusie van waterschappen per 1-1-2003 moet de soft- en hardware van de gemalen worden geharmoniseerd. Voor de gemalen van Het Lange Rond betekent dit dat de handige display waarop je de ingestelde en actuele peilen kunt aflezen, verdwijnt! Een rayonbeheerde kan die informatie nu alleen nog krijgen als hij zijn laptop aan de computer in het gemaal koppelt. Niet erg handig.

 

Oudst bekende foto van het gemaal. 1956.
"De Moderne Techniek die de oude Molen verving" schreef mijn vader achterop.
Aug. 1964. Het stalen huisje wordt slecht, er vallen gaten in. De pijl wijst naar de zwarte buis waar vroeger een vlotter in zat, later de twee elektrodes van de niveauregeling. Nov. 1975. Gemaal defect. En overvloedige regenval. Gevolg: Wimmenummerpolder is Wimmenummermeer geworden!
Nov. 1975  - Jan. 1976.  Met een kraan wordt een dam opgeworpen voor het gemaal, zodat de vijzel droog kan worden gezet. April 1988. Het complete gemaal is verwijderd. Alleen het huisje staat er nog om het schakelbord (zie volgende foto) tegen regen te beschermen. Er is een noodpomp geplaatst. We zien de slang naar de vaart lopen. Het oude schakelbord.
Detail van de vorige foto.
1 = het eigen gemaakte peilschaaltje dat toen al geen dienst meer deed, 2 = de Danfoss drukregelaar, 3 = het door mij gemaakte hefboompje en 4 de bijbehorende schaalverdeling.
26 april 1988. Het nieuwe gemaal wordt, in de takels van een graafmachine, aangevoerd, compleet met vijzel en vijzelkuip! 15 mei 1988. Het nieuwe gemaal staat op z'n plaats! Het huisje is vernieuwd. Vijzel en vijzelkuip zijn oud, maar opgeknapt.
Nov. 1989. Het andere uiterste van "te nat"; de sloot bijna droog omdat het gemaal niet werd uitgezet... De hoogste tijd voor verdere automatisering! 14 nov. 1989. Het gemaal wordt computergestuurd. De Kast met PLC-besturing is geplaatst. Rechtsonder de accu's voor battery back-up. Vanuit een laptop wordt de PLC geprogrammeerd door Peter Schuit.
De vlotter-sensor voor registratie van het peil vóór het krooshek, getoond door Lange Rond medewerker Peter Schuit. Inzet: de buis waarin deze sensor zich bevindt (met daarop sinds febr. 1999 de regenmeter van mijn weerstation). Het is maar een dunne laag water die eruit komt, omdat de vloer van de waterloop zo hoog ligt. Daarom is de stroomsnelheid zo hoog. De windmeter op het gemaal. Draadloos zendt het de metingen door aan het basisstation in de molen. een zonnecel het een accuutje zorgt voor de voeding.