De toegangsweg naar de molen

Van oorsprong (hebben we ons laten vertellen) was de toegang naar de molen áchterom: dus Banweg, langs de boerderij van Meijne, over het land van Meijne, Zonneveld en Komen naar de schuur. Zo kwam onder andere vroeger de kolenboer met paard en wagen. Toen wij in 1953 op de molen kwamen was de toegang vanaf de Krommedijk bij de boerderij van Wed. van 't Veer (Van der Oord) inmiddels meer gebruikelijk.

De route achterom (thans via de boerderij en het land van Kat) werd en wordt door ons nog wel een enkele keer gebruikt: in 1959 om met paard en wagen 16 melkbussen drinkwater naar de molen te brengen omdat de put leeg was, in 1967 en 1968 door rietdekker Mors om zijn riet bij de molen te krijgen, in 1993 om allerlei troep weg te halen die bij het opruimen van de schuur tevoorschijn kwam (zie foto), en in 1996 voor de af- en aanvoer van al het materiaal voor de sloop en herbouw van de schuur door Kueter. Die route is overigens wel iets anders geworden, want nadat Kat ook het land van Zonneveld had verworven zijn wat dammen weggehaald en andere er voor in de plaats gekomen. Vanwege de omweg en de bewerkelijke route gebruik ik deze toegang tot de molen verder nooit.

 

 

 

Zoals gezegd: in 1953 ging het vanaf de Krommedijk. De oud-molenaar/machinist zei dat we zondermeer met de auto door mochten rijden. Wetende dat Joseph van der Pol over wiens land dat ging dat allerminst op prijs zou stellen. Maar zoals al eerder betoogd: deze man zaaide graag tweespalt. Er kwam een slot op het voorste hek, en wij mochten alleen nog lopend vanaf de Krommedijk naar de molen. Mijn vader mocht zijn Peugeot 203 in een schuur van Van der Oord stallen, en hij liet een klein karretje maken op autopedwieltjes waarin wij onze bagage naar de molen konden trekken (ca. 600 m lopen). Alleen in heel uitzonderlijke gevallen als er iets groots naar de molen moest worden vervoerd, of hooi van het erf moest worden weggehaald, mocht paard-en-wagen doorrijden over het pad en door het land van Joseph van der Pol.

Nergens in onze fotoalbums was een foto te vinden van ons karretje, dat toch 14 jaar dienst heeft gedaan! Gelukkig was de techniek in staat om een 8 mm filmbeeldje uit 1954 te digitaliseren en te verbeteren. We zien mijn vader en moeder bij het toegangshek van het land van Van der Pol. Mijn vader trekt het karretje, mijn moeder draagt onze Siamese kat onder haar arm.

 

Tot in 1967 de molen gerestaureerd werd, en de molenmaker natuurlijk met veel materieel naar de molen moest. Tinus Wijker had toen inmiddels de zeggenschap over het land, en die zei "Waarom rijden jullie voortaan niet altijd door met de auto?". Tja, het kan verkeren... Hij begon zelfs enthousiast meteen een groot inrijhek voor ons te maken van op het strand aangespoeld hout, dat het kleine hekje aan het begin van het erf verving. Dus na 14 jaar lopen mochten we nu met de auto doorrijden. Ook Frans van der Pol die daarna het land pachtte continueerde die toestemming. Overigens is dat doorrijden beperkt tot de zomermaanden. Het eerste deel (een met dakpannen verhard pad) gaat het hele jaar door wel, maar vanaf het derde hek is het gedurende driekwart van het jaar door de modder baggeren (zie foto).

Waterschap Het Lange Rond overweegt al jaren een betere ontsluiting, want ook het gemaal is op deze wijze een groot deel van het jaar niet met een vrachtauto of bestelwagen bereikbaar. Ze hebben al eens met een kruiwagen, voortgetrokken met een touw, door de modder, de motor moeten ophalen en na revisie op deze wijze moeten terugbrengen! Maar het werk moet wachten op ontwikkelingen in het kader van de Herinrichting Bergen-Egmond-Schoorl.