De achterwaterloop is de toevoer van het water vanuit de molensloot naar het scheprad. In een molenmakersrekening uit 1811 wordt gesproken over "binnengoot".
De achterwaterloop bestaat uit twee verticale muren (de krimpmuren), een onderwaterbodem van houten planken, en een waterloopdek van taps toelopende, zwartgeteerde planken.
Een van de planken van de vloer (bodem) van de achterwaterloop is wel eens los gekomen aan één kant. Met het gemaal (dat kan de sloot dieper leegtrekken dan de molen) hebben we toen (1979) de polder helemaal drooggemalen, waarna Gerrit Keunen na het verwijderen van het krooshek, de plank weer heeft kunnen vastspijkeren (zie foto).
De waterloopmuren zijn door de Gebr. Poland in 1989 voor een groot deel vernieuwd (van gebruikte stenen). Op de foto links de net gereedgekomen muren.
Hieronder een paar foto's van de restauratie in 1989.
Na 12 jaar was het voegwerk van de rollaag alweer slecht geworden, en deze rollaag is in 2001 opnieuw gevoegd.