Bovenwiel

Het bovenwiel heeft 45 kammen met een steek van 15 cm.

Hij draagt het jaartal 1794. Dat is merkwaardig, want volgens de baard is de molen van 1774. Waarom had de molen 20 jaar na de bouw al een nieuw bovenwiel nodig? Voltrok zich toen een ramp waardoor het oorspronkelijke bovenwiel verloren ging? Of is dit bovenwiel uit een andere molen afkomstig en pas later in de Wimmenumer gezet? Of heeft men in 1774 eerst nog het bovenwiel van de voorganger van de Wimmenumer gebruikt, en bleek dat 20 jaar later toch een beetje te slecht?

Helaas, we zullen het wel nooit te weten komen, want polderarchieven van vóór 1920 zijn er niet meer.

 

 

 

 

Foto: Gerben Wijnja

 

 

 

 

Op de foto is links de pal te zien tegen het achteruit draaien. Er is echter nóg een voorziening tegen achteruit draaien: een draaibare stut onder het rechter voeghout.

Op deze foto kijken we vanaf de kapzolder omhoog tegen het voeghout, en zien de draaibare stut. Na het malen wordt die "in" gedraaid, zodat hij tegen een kruisarm van het bovenwiel staat. De andere (hier rechter-)kant komt dan tegen een klos op de euvering, die de kracht moet opvangen van een wiekenkruis dat de verkeerde kant op wil. Toen we de molen betrokken zat deze stut er niet in. Wel kende ik het bestaan van een groot gat dwars door het voeghout, en pas later begreep ik (sommige andere molens hebben het ook) dat daar een bout doorheen zat voor die draaibare stut. En die is toen ook in mei 1974 weer aangebracht.

 

Op het bovenwiel zit, sinds 1982, een omwentelingenteller. Die is geplaatst door de provincie, en sinds dat jaar bestaat er een z.g.n. draaipremieregeling. Een soort subsidie dus van de provincie voor het draaien. Ingesteld omdat draaiende molens beter worden onderhouden, het draaien goed is voor een molen, en omdat het het landschap verlevendigt. De premie is in de loop der tijd een paar keer verhoogd:

 

1982 t/m 1994:  f 1,00 per 300 omwentelingen

1994 t/m 2001: f 750,00 plus f 1,00 per 100 omwentelingen

2002 e.v. € 340,00 plus € 0,46 per 100 omwentelingen voor binnenkruiers. Buitenkruiers krijgen iets meer.

Er is een minimum aantal omwentelingen om in aanmerking te komen voor de premie, en er is ook een maximum gesteld aan het bedrag (1994 tot 2002:  f 5000,-, vanaf 2002  € 2350,-)

Hierbij moet wel worden aangetekend dat sinds 1995 door de provincie géén onderhouds- en géén restauratiesubsidies meer worden verstrekt.