Onderwiel

Andere benamingen voor onderwiel zijn: "droge wiel", "waterwiel" en "bakwiel". In oude molenmakersrekeningen (Gebr. Smit, Moejes, Poland) wordt gesproken over "het grote wiel bij scheprad" of "het wiel a/d wateras".

Het wiel draait in een met hout beklede bak. Onder het hout zit meestal lood om het grondwater tegen te houden.

Het onderwiel van de Wimmenumer heeft 59 kammen, en draagt het jaartal 1781. Dit is vreemd (en nooit verklaard) omdat de molen volgens het jaartal op de baard uit 1774 zou dateren.

 

 

 

 

 

 

Het wiel is dus erg oud, en heeft ook een paar slechte plekken, veroorzaakt door wat houtrot en houtworm. Inmiddels zijn die plekken behandeld tegen houtworm, en voorlopig kan het wiel ook best nog een poosje mee, als het maar droog blijft....

 

 

In de keuken is het onderwiel afgeschermd door een gesloten omtimmering. Die was oorspronkelijk bij de inbouw van de woning niet aanwezig, maar is later aangebracht. In ieder geval was de omtimmering er in 1923. In het polderarchief is namelijk een rekening van molenmaker Willem Moejes voor het maken van een "luikje voor smeeren in de beveiliging". Op de kleine foto kijken we door het geopende luikje in de blauwgeschilderde omtimmering naar de kammen van het onderwiel. Overigens is dat luikje absoluut niet handig om te smeren; het is veel te klein, te kunt maar twee kammen tegelijk bereiken. Ik smeer de kammen van het onderwiel altijd door via de tussenzolder naar het onderwiel te kruipen.

 

 

In 1994 tijdens de grote wateroverlast, ontdekte ik tot mijn schrik voor het eerst dat er water in de wielbak binnendrong, en het "droge wiel" een "nat wiel" werd! Later heeft dit akelige verschijnsel zich nog een paar keer herhaald. Alleen bij hoge buitenwaterstand gecombineerd met watermalen. Het is heel erg moeilijk hier iets aan te doen. Je kunt er gewoon niet bij, en het is ook niet te zien waar het water binnenkomt. Het hele wiel zou gedemonteerd moeten worden om in de wielbak te kunnen komen!

De noodoplossing die ik in 1994 als eerste koos was het leegpompen met een vleugelpompje dat nog op de vliering van de schuur lag en dat vroeger, toen we nog geen waterleiding hadden, dienst had gedaan om een groot vat op de tussenzolder te vullen vanuit de regenput naast de schuur.

Later gebruikte ik een klein 12 V aquariumpompje dat ik in de wielbak liet zakken. Momenteel ligt het pompje permanent op de bodem van de bak, en hangen afvoerslang en snoer om het hoekje van het "smeerluikje" in het veiligheidsschot in de keuken (op de foto hiernaast zie je de opgerolde slang hangen). En hoef ik als het nodig is alleen de slang uit te rollen naar de gootsteen, en een 12 V voeding aan te sluiten.

 

 

 

In 2002 is de wielbak een keer uitgemest door een kleine lenige jongen (Tom Metzelaar, zie foto) die heel wat prut, houtafval en andere troep die er in de loop der tijd in was gevallen naar boven haalde.

 

Toen in 1988 de wateras werd vernieuwd, was het nog een heel gedoe om het onderwiel goed opgestempeld te krijgen. Door de inbouw van de WC tussen scheprad en onderwiel in 1962 was het onderwiel erg slecht toegankelijk geworden. Ook toen wist ik een magere jongen (student Sander Lagerveld van de HTS) te vinden die tussen het onderwiel is gekropen en kans zag een aantal balken dwars door het wiel te krijgen en daarop met flinke wiggen het wiel wist af te steunen, zodat, na het losslaan van de wiggen van het onderwiel, de wateras eruit getrokken kon worden.