Rietdek

Romp en kap van de Wimmenumer zijn met riet gedekt. Tijdens de restauratie van 1967 werd het riet van twee velden (west en zuidwest) geheel vernieuwd. Dit werd uitgevoerd door rietdekkers Mors († 1996) uit Koedijk met zijn zoon Jos. De overige velden werden een beetje bijgestopt, maar leken nog goed genoeg om nog jaren mee te kunnen.

 

Tot onze grote schrik sloeg een storm in november van datzelfde jaar grote gaten in de kap en in het zuidveld. Hier hadden wij allerminst op gerekend. De molen net zo mooi gerestaureerd en nu deze schade. Mors was snel ter plaatse om bij het gat op het zuidveld een tijdelijke voorziening aan te brengen (bossen riet ertegen en latten eroverheen) om te voorkomen dat het riet verder uit zou waaien. Klaas Zaal (nú senior genoemd) hielp mij met het aanbrengen van grote platen watervast hardboard tegen de binnenkant van de kapsparretjes, om te voorkomen dat het regenwater via de kapzoldervloer de molen binnen zou lopen. We legden ook nog een heel groot vel plasticfolie op de vloer van de kapzolder, want er kwam natuurlijk door kieren toch nog water en sneeuw naar binnen.

Nadat de winter voorbij was, en wij een toezegging hadden gekregen voor subsidie voor het vernieuwen van de overige zes velden en de kap, kon Mors in 1968 aan de gang gaan. Dit was teveel voor hem om alleen met zijn zoons Jos en John te doen, en hij riep de hulp in van zijn collega Sijm & zoon uit Blokker.

Helaas bestaan van deze grote klus bijna geen foto's, dia's of filmopnames, omdat ik voor mijn werk (Werkgroep Kosmische Straling uit Leiden) een aantal weken naar Texas moest. Hieronder de enige dia's waarover ik beschik.
Rietdekker Piet Mors uit Koedijk bezig op de kap. Een op en top vakman

Juni 1968. Hoezo, Arbo??
Onderaan zien we nog het eind  '67 provisorisch herstelde gat in het zuidveld

Het riet kwam allemaal van de eigen rietvelden van Mors in de Kleimeer (Geestmerambacht) en was van excellente kwaliteit. Het afhalen van het oude riet. Omdat er altijd in de molen is gestookt, gaf dit een ontzettende bende roet en stof. De mensen zagen er nog erger uit dan schoorsteenvegers. En dan te bedenken dat zoon Jos (links op de foto) ook nog aan astma leed!

 

Piet Mors was een geweldige vakman. Hij nam er ook de tijd voor. Ik ken heden ten dage geen rietdekkers meer die zo'n vreselijk goed werk afleveren. Het riet zit ook ongelooflijk strak en vast gebonden, iets wat bij een molen van groot belang is. Die staat altijd te schudden en te trillen, en het riet van de romp loopt véél steiler dan bij een huis of boerderij, en zakt dus veel eerder uit. Na het aankloppen van het riet ging Mors al z'n werk nog met een speciaal kniptangetje langs om de nog uitstekende rietstengeltjes met de hand af te knippen!!!! Ook het riet was van een fantastische kwaliteit, zo gelijkmatig van kwaliteit, en zo weinig variatie in kleur, dikte, samenstelling etc., echt heel erg mooi. Het pas gedekte lijf gaf een aanblik zoals je het eigenlijk nooit meer ziet in deze tijd. Mors dekte ook de Viaanse molen en de Geestmolen. Ook die zijn prachtig gedekt.

Op de foto hiernaast is te zien hoe ontzéttend mooi, gaaf en strak het rietdek na 35 jaar er nog uitziet!

Mors zei zelf van zijn werk "Deer komme mien kindere gien meer an" waarmee hij bedoelde dat het rietdek zo lang mee zou gaan dat zijn kinderen het nooit zouden behoeven te vernieuwen. Helaas is Mors op een gegeven moment met rietdekken gestopt, het viel hem te zwaar, en zijn kinderen wilden hem niet opvolgen. Hij werd toen brugwachter in Schoorldam. Het was ook een heel zwaar leven. In het voorjaar en in de zomer moest het gezin dagelijks 's avond naar de rietvelden (per boot) om daar de spreeuwen te verjagen. Die beesten hebben Mors het leven zuur gemaakt. Als een spreeuw neerstrijkt op een rietstengel knakt die, om vervolgens onder een hoek verder te groeien. Zulke stengels zijn een crime bij het rietdekken. Enorme zwermen spreeuwen zochten 's avonds de rietvelden op. Met schieten, schreeuwen en veel lawaai maken probeerden ze ze te verdrijven. Dag in dag uit. De lol ging er voor Mors ook af toen de voorbereidingen werden getroffen voor het recreatiegebied Geestmerambacht, waar zijn rietvelden lagen. Er volgden onteigeningsprocedures, en hij hield steeds minder land over.

 

De kwaliteit van zijn werk blijkt ook wel uit de zeer weinige en geringe reparaties die ik heb. Waar andere moleneigenaren soms bijna jaarlijks de rietdekker nodig hebben om bij te stoppen, zijn dit tot nu toe mijn reparaties geweest:

                1975, okt.    Molenaar, Bergen    f      187,34

                1982, nov.    Sijm, Zwaag            f      529,82

                1987, aug.    Sijm, Zwaag            f      514,00 (eigenlijk geen reparatie, de vorst was vernieuwd, dus bijstoppen riet)

                1990, apr.    Sijm, Zwaag            f      456,23

                2001, juli      Pelt, Obdam            f      978,70

 

Als laatste een reproductie van een dia die genomen werd in 1968, kort nadat het complete rietdekwerk was voltooid. Wat een prachtige goudgele gloed over het nieuwe riet!

De molen had toen nog maar twee zeilen.