"Keuvelens" is een verbastering van "keuvelend". Dat laatste woord staat in Van Dale met als omschrijving: "het samenstel van balken dat de voor- en achterkant van de kap van een molen vormt." "Keuvelens", dus met een s op het eind, noemt Van Dale niet. Elke molenaar spreekt echter over keuvelens en niet over keuvelend.
De (of het?) voorkeuvelens zit aan de voorzijde van de kap, en de bovenas steekt erdoor naar buiten. Het voorkeuvelens staat op de windpeluw, en bestaat uit vier verticale, enigszins achterover hellende balkjes; aan de buitenzijde de hoek- of zwaardstijlen, en links en rechts van de as de keer- en weerstijl. Bovenop deze vier balkjes ligt de voorkeuvelensbalk.
Het geheel is bekleed met twee windluiken (ter weerszijden van de as). Het ene (aan de kant van de keerstijl) zit bij de Wimmenumer vast, het andere (aan de kant van de weerstijl, hier op de eerste foto) is uitneembaar, om van hieruit op de askop te kunnen klimmen.
Op de tweede foto zien we de keerstijl, die nog eens extra is geschraagd met een schuine balk, en het vaste windluik.
Buiten zit, onder de as, het steenbord (door de Gebr. Poland in 1996 vernieuwd) en boven de as zit een plaat zink met een halfronde uitsparing voor de as. In het zink is een gootje omgeslagen, zodat regenwater niet op de as komt (en dan naar binnen zou lopen).