Schuur

Van oudsher zal er altijd wel een schuurtje bij de molen hebben gestaan. Ongetwijfeld eerst van hout, later van steen. Het bouwjaar van de huidige schuur is 1996. De vorige was er heel slecht aan toe. De muren waren gescheurd en weken steeds verder uit elkaar. Deels te wijten aan een slechte fundering aan de westzijde, deels aan de bombardementen in de tweede wereldoorlog. De schuur is in 1996 door Kueter herbouwd op een geheel nieuwe betonnen fundering, maar verder in exact dezelfde afmetingen, met de oude gietijzeren raampjes, de oude dakpannen etc. Een stalraampje aan de achterzijde dat mijn vader ooit had laten dichtmetselen omdat het vee van boer Komen het kapot drukte, werd ook weer teruggebracht (het vee kan nu niet meer bij de muur komen door een extra afzetting met schrikdraad).

Toen wij de molen in 1953 kregen zat er in de vloer van de schuur nog een grub (groep) waar de mest van de koeien in terechtkwam. Verder was er gewoon een vloer met een (slechte) bestrating. Mijn vader heeft er toen in juli 1955 door metselaar Wittebrood een cementen vloer in laten leggen. Die scheurde overigens al snel, en er is nog een nieuwe laag overheen gekomen. Bij het vernieuwen van de schuur in 1996 heb ik de grub, in de oorspronkelijke afmetingen, weer terug laten komen. Ook is de vloer toen weer van klinkertjes gemaakt. Bij het slopen van de oude vloer kwamen nog een paar plavuizen tevoorschijn, en vonden we de plek waar ooit een kolenhok had gezeten: een paar eierkooltjes kwamen onder het cement tevoorschijn.

Op de vliering van de schuur heeft lange tijd 's winters onze kano gelegen.

Met de afmetingen en vorm van de schuur was nog wat geheimzinnigs aan de hand. Lees verder bij "Geheimen/Schuur".

Aan de hand van een aantal foto's zal de geschiedenis van de schuur worden verteld:

 
De oudst bekende foto (aug. 1929) waarop de schuur staat afgebeeld. Tot 1983 heb ik niet begrepen waarom in 1929 de oostgevel nog, net als de westgevel, een versiering had in de vorm van een doorgemetselde rollaag met bovenop een gemetselde tuit. In 1953 dekten de dakpannen de oostgevel gewoon af, zonder rollaag. Deze kaart uit ca. 1922 die ik pas veel later van molenmaker G.Moejes kreeg, verklapt ook al het geheim: de schuur was vroeger aanzienlijk korter. De oudste schuur-foto uit de Zwijnenberg-periode; mei 1953, met mijn moeder.
De schuur was duidelijk al niet meer in zo'n beste staat. Merk op dat linksonder nog een soort raamwerk zit dat open kon. Daar kon de molenaar zijn koeien door voeren. Rechts de oostgevel zonder doorgemetselde rollaag, zonder tuit.
Zomer 1955. Mijn vader heeft het luik dicht laten metselen. Ook de scheuren zijn dicht gepleisterd met specie. Door het bombardement op 10 mei 1940, en de slechte staat van de fundering, waren de muren behoorlijk gescheurd. De noordwest gevel werd zelfs met trekstangen naar een vloerbalk op zijn plaats gehouden. Nadat in 1996 de cementlaag die mijn vader op de vloer had laten leggen was verwijderd, kwam dit tevoorschijn: een allegaartje van stenen. Hier kijken we richting ZO. We zien ook de grub op de voorgrond van links naar rechts lopen.
Nog een keer de oude vloer, hier richting NW. Hier stonden vroeger de koeien. In de muur links zat vroeger het luik naar buiten. 8 juni 1996. De sloop is begonnen! Een aantal molenvrienden zetten de schouders eronder. De gevels zijn eraf.
De muren zijn weg. Er rest niets meer van de oude schuur. 12 juni 1996. Het beton voor de vloer is gestort. Er liggen stalen matten in, en er zitten 6 betonpalen onder. Verzakken zal deze schuur niet meer! 17 juni. Het metselen is begonnen.
19 juni 1996 21 juni. Het hoogste punt is bereikt. 24 juni. Richard Hoekstra bezig met de zolder.
27 juni. De stukadoors aan de gang. De oude gietijzeren raampjes zijn ook weer hergebruikt. 15 juli. Andreas de Vos heeft het sanitair aangelegd. Met elektrische boiler en douche. Er ligt weer een mooi straatje in de schuur, en ook de grub is weer in ere hersteld. (Alleen zullen er geen koeien meer in komen te staan!)
Oud en nieuw onder elkaar. We lopen een rondje om de schuur. Hier de ZW-gevel. In de bovenste foto staan maten geschreven. De nieuwe schuur moest precies even groot worden als de oude. De ZO-gevel. Vreemd dat het raampje niet in het midden zit. Maar ja, het was nu eenmaal zo, dus ook in de nieuwe schuur! De NO-gevel.De plaats van het vroegere stalraampje was nog te herleiden aan een verkleuring van het pleisterwerk, en het raampje (geschonken door Peter Heere) is weer in ere hersteld.
De NW-gevel. De nieuwe schuur ziet hier nog erg wit, maar we zijn inmiddels ruim 6 jaar verder, en hij is al een stuk grijzer en dus minder opvallend geworden. Op de schuur prijkt weer de koperen windwijzer die ik op Het Amsterdams Lyceum bij het vak handenarbeid maakte. Met de hand gefiguurzaagd. Het stelt geen gezicht voor zoals sommigen denken, maar het is het wapen van Wimmenum, met drie halve maantjes, gevat in de letter W van Wimmenum. De windwijzer werd ooit door mij elektrisch gemaakt, met een langs 8 reedswitches draaiende magneet, en in de molen een windroos met lampjes. De windwijzer is voorzien van een bliksemafleider. En daar ligt hij dan! De oude molen opvallend en de nieuwe schuur onopvallend in het landschap. Een pláátje, vanaf het water! 7 sept. 1996.