De molen heeft vanouds twee bedsteden. De
bedstee aan de zuidoostzijde is in de vijftigerjaren ingekort teneinde in de
keuken een kastje te maken. In 1962 is de bedstee nog wat korter geworden omdat
een koelkast in de keuken zijn plaats moest krijgen. En in 1968 is de bedstee
nogmaals veranderd, en betimmerd met hardboard, omdat nu de elektriciteitsmeter,
stoppenkast etc. werden uitgebreid in verband met een 3-fasen aansluiting, en
werden in de keuken de kastjes vergroot. De bedstee fungeert nu als klerenkast. Oorspronkelijk
heeft in deze bedstee nog een krib gezeten voor de baby. Veel ruimte was er
niet, maar de mensen waren vroeger natuurlijk een stuk kleiner dan tegenwoordig.
De bedstee aan de noordwestzijde is nog
intact. Toen wij de molen pas hadden, en er nog geen slaapkamertjes op de
roetzolder waren, sliepen mijn ouders in een opklapbed in de woonkamer, mijn
broer in het kleine kamertje, en ik in deze noordwest bedstee.
Hij
is ook nog wel eens gebruikt voor (niet al te lange) logees, en... voor mijn
nichtje Olette. Op deze foto van 18 aug. 1962 is ze net 14 dagen oud. De po die
op het plankje staat namen mijn ouders mee van een vakantie naar Spanje (1958).
Er staat een oog op de bodem geschilderd met de letters T.B.O., hetgeen zoveel
betekent als "Ik Zie U".
En tenslotte ligt op deze foto de molenaar zelf in mei 1964 met een keelontsteking uit te zieken.
Op de bedsteedeuren zitten nog de originele wervels:
Het kastje boven de noordwest-bedstee laat nog iets interessants zien; het verklapt een geheim waar ik pas na vele jaren achter kwam!